Column verpleegkundige Merel: Achter elke deur een verhaal
dinsdag 20 april 2021
Achter elke deur ligt een patiënt die een eigen weg heeft afgelegd. Soms liggen die verhalen extreem ver uit elkaar, zoals ik laatst ervaarde op kamer 23 en 24.
Bij binnenkomst op kamer 23 zag ik een vitale man, leeftijd eind zeventig, mij vrolijk aankijkend. Ik werd enthousiast begroet en meneer vroeg mij al snel of ik het erg vond dat hij mij enkele persoonlijke vragen stelde. Ik was enigszins verbaasd maar gaf hem toestemming want stiekem hou ik hiervan, lekker rechtstreeks, to the point, hoppa meteen de diepte in, kom maar door met die vragen! Vragen zoals; ”Waarom doe je dit werk? Heb je kinderen? Wat is het belangrijkste wat je hen wilt leren?” vlogen me om de oren. Kort kreeg ik maar de kans om antwoord te geven, want meneer stond vooral te popelen om zijn eigen verhaal te vertellen. Ik zag zijn ogen twinkelen zodra ik hém vragen ging stellen en hij met volle charme kon vertellen over alle levenswijsheden. Er zat een urgentie in, dat voelde ik wel. Zijn verhaal moest verteld worden. Ik luister daar graag naar.
Deze meneer had zijn leven lang hard gewerkt, vond ambitie belangrijk en droeg dit uit naar zijn dochters. Ook zij zijn nu ambitieus. Dokter wilden ze worden, allebei. En dat werden ze, beiden werkzaam in de organisatie ‘Dokters van de Wereld’. Super trots is hij op zijn dochters. Hij liet me foto’s zien. Een prachtig stralend gezin. Hij vertelde dat hij als vader altijd streng maar rechtvaardig was, maar dat hij van één ding spijt had. “Wanneer sneeuwt het nou in Nederland?” vroeg hij aan mij. “Niet vaak” zei ik. Inderdaad antwoordde hij: “En die ene keer dat het hele land wit was, liet ik mijn dochters naar school gaan. Ik had ze thuis moeten laten om de hele dag sneeuwballengevecht te houden.” Daar had hij spijt van. Want plezier maken komt voor ambitie. Vergeet dat nooit, sprak hij mij streng toe. Ik moest denken aan Bibian Mentel: “Verzamel mooie herinneringen in plaats van bezittingen.”
Op dat moment liep ik met een voldaan hart de kamer uit. Op weg naar kamer 24. Waar ik een dame ontmoette rond de zestig jaar. Ze was niet blij. Ze mopperde over het mondkapjesbeleid, vond het grote onzin. Ze kon nu niet goed zien wie ze voor zich had en dat ergerde haar. Dat kon ik begrijpen. Voor mij voelt het ook onpersoonlijk maar het is wat het is en we moeten ons erbij neerleggen. Het beste ervan maken. Dat vond ze moeilijk ‘ergens het beste van maken’. Ze verloor haar dochter op jonge leeftijd, een dodelijk fietsongeluk. Door een koptelefoon, hoorde ze de auto achter haar niet. “Zeg het tegen je kinderen, nóóit met koptelefoon op de fiets stappen!”, zei mevrouw verdrietig tegen mij. Haar dochter, zomaar ineens uit haar leven gerukt. Sindsdien schijnt er geen zon meer in haar leven. Dat gaf ze aan mij toe. Ze verontschuldigde zich en tranen rolden over haar wangen. Ik ging bij haar zitten. Mevrouw vertelde dat ze blij was met haar operatie, maar dat dit ziekenhuisbed nare herinneringen naar boven haalde. We praatten over haar dochter. Hoe mooi ze was en hoe ze in het leven stond. Het luchtte zichtbaar op, ook al nam het de intense pijn en verdriet niet weg. Het gaf ruimte. Ik mat nog een keer de bloeddruk bij mevrouw en haalde een kop thee voor haar.
2 kamers met totaal verschillende verhalen, 2 verschillende lessen…zoals het leven is en daarom hou ik van mijn werk. Het houdt me met de benen op de grond. Ik voel me bevoorrecht dat ik deze verhalen mag horen. Want als je goed luistert hoor je in elk verhaal wel een les voor jezelf.
Maak die mooie herinneringen mensen!
*Omdat wij de anonimiteit van patiënten respecteren, zijn in deze column persoonlijke kenmerken aangepast.
Merel van der Mee-Looyschelder
Verpleegkundige